Gemeenten verschillen in de mate waarin ze uitvoering geven aan beleid voor laadinfrastructuur. Traditioneel kennen gemeenten drie rollen om te acteren bij ontwikkelingen in de openbare ruimte: informeren, faciliteren en reguleren. Bij een transitie volgen de verschillende rollen elkaar vaak op. Het is goed om te bepalen hoe actief je wilt zijn op dit dossier. Ook in een minder actieve rol moet je vastleggen hoe je omgaat met de laadbehoefte van bedrijven.
Wat moeten gemeenten doen?
Bij laadinfra op bedrijventerreinen hebben gemeenten diverse verantwoordelijkheden:
- Aantrekkelijk maken van bedrijventerreinen: De dienst Economische Zaken is verantwoordelijk voor de aantrekkelijkheid van bedrijventerreinen. Goede laadinfra heeft een positief effect op het vestigingsklimaat en de uitbreidingsmogelijkheden van een bedrijventerrein. Geef de realisatie van laadinfra een plek in het werklocatiebeleid, als onderdeel van maatregelen voor toekomstbestendige bedrijventerreinen met een goede concurrentiepositie.
- Ondersteunen van ondernemers: Elektrificatie van de vloot is een grote uitdaging voor bedrijven, waarbij je als gemeente kunt ondersteunen. Zo kun je bedrijven informeren over subsidiemogelijkheden voor elektrische voertuigen en laadinfra (zie RVO voor laatste stand van zaken).
- Leveren van input aan de Regionale Energie Strategie (RES): Het is voor iedere gemeente goed om laadinfra voor bedrijventerreinen een plek te geven in de RES, omdat de vermogensvraag hoog is. Het uitgangspunt moet zijn dat er voldoende groene stroom is om laadinfra te voorzien. Dit zou onderdeel moeten zijn van het grotere vraagstuk van de groeiende duurzame energiebehoefte.
- Zorgen voor kansrijk laadinfra-beleid: Beleidsmakers die nu vooral bezig zijn met de uitrol van publieke laadinfra in woonwijken zien mogelijk koppelkansen met laadinfra op bedrijventerreinen. Is het bijvoorbeeld mogelijk om laadpunten op bedrijventerreinen ’s nachts open te stellen voor bewoners in de buurt?
- Aansluiten bij de langetermijnvisie: Het ontwikkelen van laadinfra kun je niet als op zichzelf staand benaderen. Het moet passen binnen het geheel van de integrale langetermijnvisie voor beheer van de fysieke leefomgeving en grondgebied. Het is daarom belangrijk om niet af te wijken van de omgevingsvisie.
Aan welke knoppen kun je draaien?
Je kunt aan de slag met deze instrumenten:
- Informeren: kennissessies organiseren over ontwikkelingen in de e-logistiek en subsidies.
- Plannen van laadlocaties of opstellen van plankaarten.
- Samenwerking stimuleren: bundelen van de laadvraag door bedrijven bijeen te brengen.
- Opstellen of aanscherpen van beleid voor bedrijventerreinen: matchen met beschikbare netcapaciteit en prioritering van sectoren.
- Faciliteren met netinpassing of gesprekken met de netbeheerder.
- Bestemmingsplan en vergunningverlening.
- Grondpositie ter beschikking stellen voor laadinfra.
- Realiseren van publieke laadinfra, bijvoorbeeld via concessie, aanbesteding, huur of erfpacht.