Autodelen doe je duurzaam
In 2025 moeten Amsterdamse deelauto’s honderd procent elektrisch zijn
Om onze ambities voor een duurzame toekomst te halen, neemt in verschillende gemeentes het aantal deelauto’s flink toe. Steeds meer deelauto-initiatieven bieden ook elektrische auto’s aan en veel initiatieven willen zelfs helemaal overstappen naar een volledig elektrisch wagenpark. Hoe zorgen we er nu voor dat er straks ook genoeg laadpunten zijn voor deze deelauto’s? Hoe pakken andere gemeentes in het land dit aan?
NKL Nederland sprak met voormalig Programmanager Jeroen Schutter van gemeente Amsterdam: koploper op het gebied van elektrische deelauto’s.
Amsterdam heeft de afgelopen jaren flink ingezet op deelauto’s en tekende in 2021 een convenant met diverse aanbieders om van niche naar mainstream te gaan: autodelen moet beschikbaar, bereikbaar en betaalbaar zijn voor alle inwoners van Amsterdam en haar bezoekers. Op dit moment ligt de nieuwe nota Deelvervoer ter inspraak; daarin wordt gesteld dat vanaf 2025 de nieuwe deelauto’s uitstootvrij moeten zijn. Dit sluit namelijk ook goed aan op de doelstellingen van veel andere, aanpalende beleidsterreinen, zoals parkeerbeleid, duurzaamheid, luchtkwaliteit en zero- emissie zones.
Waarom is autodelen zo belangrijk?
Programmamanager Deelmobiliteit Jeroen Schutter legt uit: “Amsterdam groeit nog steeds en daarmee neemt ook het aantal voertuigen toe. De verwachting is dat we in 2030 richting 1 miljoen inwoners gaan, als deze gemiddeld net zo veel voertuigen bezitten dan past het niet meer. Want al die auto’s, fietsen en scooters nemen veel ruimte in op straat, als mensen ze al kwijt kunnen. Dit maakt de stad vol, onoverzichtelijk en minder goed bereikbaar. Dit kan beter, zeker als je weet dat veel privéauto’s gemiddeld zo’n 23 uur per dag stilstaan.
Een goed aanbod van deelauto’s is daarnaast een belangrijke randvoorwaarde voor een autoluwe stad.
Voertuigen delen is een goed alternatief
Door intensiever gebruik te maken van een kleiner aantal vervoersmiddelen, hopen we het totale aantal voertuigen in de stad terug te dringen. Zo heb je minder parkeerplekken nodig en komt er meer ruimte op straat voor andere dingen, zoals spelen, groen of fietsenrekken. Een goed aanbod van deelauto’s is daarnaast een belangrijke randvoorwaarde voor een autoluwe stad. Doordat we eisen dat deze allemaal emissieloos moeten zijn en we groene stroom in onze laadpalen gebruiken, kunnen we ook nog een flinke sprong maken in onze duurzaamheidsdoelstellingen.
Stationbased, free-floating en zone-floating
Op dit moment kunnen Amsterdammers kiezen uit zo’n 3000 deelauto’s. De helft zijn station-based; dit zijn klassieke deelauto’s met een vaste parkeerplek. De andere helft zijn free-floating: deelauto’s die je overal kunt ophalen en parkeren. Naast commerciële aanbieders zijn er ook Amsterdammers die hun auto privé delen. Bijvoorbeeld via Snappcar; hier bieden zo’n 750 Amsterdammers dagelijks hun eigen auto aan
Jeroen: “55% van onze deelauto’s is al elektrisch, dus we zijn al over de helft. Bij de stationbased deelauto’s zijn nog veel stappen te zetten. De transitie naar volledig uitstootvrij is voor ons een goed moment om ook meer naar andere vormen van autodelen te kijken, zoals het concept van zone-floating. Dit is eigenlijk een combinatie van free-floating en stationbased: elektrische deelauto’s kunnen dan in de buurt (in een regulier parkeervergunningengebied) ook bij een publieke laadpaal of op een reguliere parkeerplaats worden geparkeerd. Zo heb je wel buurtaanbod en maak je optimaler gebruik van je openbare ruimte en de laadinfrastructuur. Deze vorm wordt verder gestimuleerd in onze nieuwe nota.”
Hoe beter de markt voor autodelen is, hoe meer voorwaarden je als gemeente kunt stellen.
De uitdagingen
Geen laadpalen, geen elektrische auto’s en vice versa. Om alle vormen van elektrische deelauto initiatieven goed te kunnen faciliteren, is het van belang dat deze makkelijk geparkeerd en opgeladen kunnen worden. Er moeten voldoende laadpunten en parkeerplekken zijn die passen bij de verschillende typen deelauto’s. Zo maken de free-floating en zone-floating deelauto’s meer gebruik van de openbare laadinfrastructuur. Voor de stationbased deelauto’s zijn vaste gereserveerde laadpunten – en dus ook parkeerplaatsen – nodig. Daarnaast moeten de deelauto’s en laadplekken ook nog goed door de hele stad verspreid zijn.
Jeroen: “En dat brengt de nodige uitdagingen met zich mee. Zeker in een stad als Amsterdam waar de parkeerdruk al enorm is. Naast de uitdagingen van spreiding, vergunningenbeleid en voldoende laadpalen, krijg je ook nog te maken met het zoeken naar de beste concessievormen. Zowel met de aanbieders van deelauto’s en laadpalen als de netbeheerder. Dit blijft een spanningsveld tussen twee werelden. Hoe beter de markt voor auto delen is, hoe meer voorwaarden je als gemeente kun stellen.”
Goede markt
Doordat Amsterdam veel emissie-zones heeft, kampt met een grote parkeerdruk en relatief veel gebruikers van deelauto’s heeft, is de markt voor elektrische deelauto’s hier heel goed. Daardoor kunnen we als gemeente dus eisen stellen. Zo hebben wij bijvoorbeeld bij het verlenen van een vergunning aan onze deelmobiliteit aanbieders als voorwaarde gesteld dat auto’s 24/7 beschikbaar moeten zijn en dat ze alle laad- en ritdata met ons delen. Hiermee krijgen wij beter inzicht in het gebruik van de auto’s en kunnen we de laadpalen precies daar plaatsen waar de druk hoog is. In het kader van het convenant is ook afgesproken dat laden boven de 70% accu zoveel mogelijk wordt voorkomen. Mensen moeten geen rondjes hoeven te rijden omdat de palen steeds in gebruik zijn, maar een laadpaal moet ook niet onderbenut blijven.”
Als het om vergunningen gaat, is het een goed begin om te starten met een verbod in de APV.
Flankerend Beleid?
Wil je in jouw gemeente ook aan de slag met elektrische deelmobiliteit? Dan heb je met name in gemeenten waar zero-emissiezones en een hoge parkeerdruk is, vaak al voldoende flankerend beleid die deelauto’s logisch maakt. Zo kwam in Amsterdam het (uitstootvrije) beleid voor deelmobiliteit voornamelijk voort uit de nota Luchtkwaliteit. Daarna is het met name een kwestie van kaders scheppen. Jeroen: “Als het om vergunningen gaat, is het een goed begin om te starten met een verbod in de APV. Daarnaast raad ik iedere gemeente aan om het vooral ook zakelijk vanuit de aanbieders te bekijken: als er een goede markt voor ze is, kun je de benodigde eisen stellen.”
Meer weten?
NKL Nederland zet zich in voor een passende laadinfrastructuur in Nederland, ook voor deelauto’s. Met het programma ‘Versnellen van de groei en transitie elektrische deelauto’s’ brengen we de kansen en uitdagingen in kaart en koppelen we overheden, deelauto-initiatieven, CPO’s, netbeheerders en gebruikers aan elkaar. Op basis hiervan ontwikkelen we praktische kennisproducten die jou verder kunnen helpen bij het opstellen van je beleid. Wil je op de hoogte blijven of input geven? Meld je dan aan voor onze nieuwsupdate ‘Autodelen doe je duurzaam’.
Inspiratie
Inmiddels heeft Linda Oldemans het stokje van Jeroen overgenomen en is zij op dit moment programmamanager deelmobiliteit. Wil je meer weten over de Amsterdamse aanpak? Stuur dan een mail naar deelmobiliteit@amsterdam.nl