Bestelbussen in de bebouwde kom

Van bestelbussen is bekend dat zij ongeveer 50% van hun laadbehoefte invullen in de bebouwde kom, bijvoorbeeld bij de woningen van zzp’ers met een bestelbus of werknemers die hun bestelbus mee naar huis nemen.

Naar verwachting zijn dit landelijk 125 duizend bestelbussen in 2030.

Wanneer zij op eigen terrein kunnen laden, moeten ze daar (volgens de ladder van laden) zelf een laadpunt plaatsen. Als ze aangewezen zijn op parkeren in de openbare ruimte, zullen ze bij openbare laadpunten laden als ze thuis zijn. Hiervoor zijn extra openbare laadpalen nodig, naar schatting 10% extra.

Als beleidsmaker wil je de (aanvullende) opgave voor openbaar laden in kaart brengen en je uitrolbeleid voor openbare, reguliere laadpalen en eventueel kortparkeerladers bestelbus-proof maken. Heb je de instrumenten om voor bestelbussen voldoende, passende en toegankelijk laadpunten te realiseren?

Let op: vrachtwagens wil je niet laten parkeren en laden in woonwijken en winkelgebieden. Die laten we hier dan ook buiten beschouwing.

De Outlook-prognoses voor bestelvoertuigen zijn nog niet publiek beschikbaar. Je kunt ze wel opvragen, direct bij ElaadNL of via de NAL Vliegende Brigade. Stuur hiervoor een mail naar vliegendebrigade-nal@rvo.nl.

Let op: Naar verwachting is in januari 2025 een actuele Outlook beschikbaar voor bestel- en vrachtwagens, in hetzelfde dashboard als de Outlook personenauto’s.

De laadbehoefte voor bestelbussen in de bebouwde kom moet je optellen bij de behoefte van personenvoertuigen. Voor beide geldt grotendeels dat zij ’s avonds of ’s nachts willen laden op hun thuislocatie. Over het algemeen hebben bestelbussen een hogere laadbehoefte per voertuig dan personenauto’s aangezien ze gemiddeld meer kilometers maken en per kilometer een hoger energieverbruik hebben. Daarmee zijn ze voor exploitanten van laadpunten een interessante gebruikersgroep. In je regierol als gemeente zul je rekening moeten houden met een snellere uitrol van laadpalen als bestelbussen grootschalig elektrificeren.

Bestelbussen kunnen gebruikmaken van de reguliere openbare laadpalen en snelladers die worden geplaatst voor personenauto’s . Let nog op de volgende aandachtspunten om het geheel bestelbus-proof te maken.

De laadbehoefte van bestelbussen vraagt om meer laadpunten. De meeste concessies en openmarktmodellen zijn tegenwoordig flexibel ingericht om rekening te houden met verschillende groeipaden. In sommige contracten zijn nog aantallen of omvang afgesproken. Als dit in jouw gemeente het geval is, check dan of ook kan worden voldaan aan de aanvullende vraag naar laadpunten.

Werkt jouw gemeente met een aanvraagmodel? Check dan of de voorwaarden goed zijn afgestemd op aanvragen van ondernemers en werknemers. Kijk of er aanpassing nodig in de beoordelingscriteria, bijvoorbeeld het bewijs dat een werknemer de berijder is van een bedrijfsvoertuig.

Heb je een openmarktmodel? Ga in overleg met de toegelaten marktpartijen om te bepalen onder welke voorwaarden zij aanvragen honoreren.

Overweeg ook of je batchaanvragen van bedrijven met een groot aantal werknemers mogelijk wil maken (denk aan taxi-vervoerders, servicevloten in de energiesector of bouw, etc.).

Veel gemeenten plaatsen actief of basis van gebruiksgegevens en/of prognoses. In gebruiksgegevens telt het gebruik van bestelbussen automatisch mee. Ga na of je op basis van de prognose voor bestelbussen proactief wil plaatsen.

Check of je het bijplaatsingsmodel wil aanpassen met oog op elektrische bestelbussen, bijvoorbeeld door eerder over te gaan op het reserveren van een tweede vak bij laadpalen of uitrollen van geclusterde laadpalen.

In gemeenten met oudere stadswijken en/of hoge parkeerdruk kunnen (reguliere) bestelbussen in woonwijken niet altijd goed parkeren en laden. Bestelbussen passen vaak niet in een langparkeervak (lengte: 5 tot 5,5 meter) en houden in smalle straten onbedoeld meerdere laad- of parkeervakken bezet.

Kijk of je in locatieselectie of in plankaarten parkeerplekken kunt vinden die geschikt zijn voor bestelbussen, en zorg bijvoorbeeld voor voldoende aanbod op parkeerkoffers of –pleintjes, naast langsparkeerplekken in de straat.

Let op: Dit is bovenal een parkeervraagstuk. Bespreek vooral met collega’s van parkeren en verkeer wat het gemeentelijk beleid is. Als wordt besloten dat bestelbussen beter kunnen parkeren aan de rand van de wijk of op specifieke parkeervelden, komen hier allerlei vragen bij kijken over veiligheid, bereikbaarheid, toegankelijkheid, etc.

Het voorzien van laadpalen of laadpleinen is dan een puzzelstuk dat op deze locaties kan bijdragen aan het gewenste parkeerbeleid.

Kortparkeerladers op bezoek/publiekslocaties kunnen interessant zijn voor bestelbussen om tijdens (kortdurende) werkzaamheden bij te laden.

Marktpartijen nemen het initiatief om op privaat terrein van bijvoorbeeld winkelketens kortparkeerladers te realiseren, of stand-alone kortparkeerlaadlocaties. Deze zijn meestal niet vergunningplichtig (zie ook Handreiking Snelladen en de Omgevingswet), waardoor je geen sturing hebt op waar deze locaties komen.

   

Figuur: voorbeelden van kortparkeerlocaties bij winkels of bij woonwijken.

Als overheid kun je aanvullend openbare snelladers aanbesteden in concessie- of opdrachtvorm. Dit geeft je meer grip op de locaties en je kunt het eventueel afstemmen op bijvoorbeeld een ZE-zone of specifieke hotspots voor bedrijven, inclusief op bedrijventerreinen waar lange/hoge bestelbussen zijn toegestaan. Het proactief uitrollen van zo’n netwerk, of faciliteren binnen openmarktmodel, kan vorm geven aan het laadnetwerk en daarmee wildgroei voorkomen.

Zie ook Handreiking Waar en hoe kun je het beste snelladers plaatsen? voor meer informatie over hoe je deze uitrol aanpakt.

Een bijzondere categorie vormen bestelbussen die langer dan 6 meter of hoger dan 2,40 meter zijn. De meeste gemeenten hebben in de APV vastgelegd dat deze niet in woonwijken mogen parkeren. Hou dus rekening met deze.

In 2024 is landelijk in kaart gebracht om hoeveel bestelbussen het gaat: zo’n 5% van het totaal. Deze data zijn opgesplitst naar provincie en per gemeente voor de G40-gemeenten, zie de volledige rapportage (publicatie december 2024) voor meer inzichten.

Over het algemeen zal het maar een klein deel van de bussen zijn die meegaat om thuis te laden, maar lokaal kan dit verschillen!

Ook dit onderwerp is primair een parkeer- en verkeersvraagstuk! Denk vanuit laadbeleid mee over de volgende opties, afhankelijk van de situatie in jouw gemeente:

  1. Laden faciliteren in de bebouwde kom, aanpassen van de APV

    Je kunt de APV aanpassen zodat lange en hoge bestelbussen in de gehele bebouwde kom mogen parkeren (en daarmee laden). Neem bovenstaande checks mee om te zorgen dat je uitrolbeleid van laadpunten ook langebestelbus-proof is.

  2. Laden aan de rand van de wijk
    Je kunt specifieke parkeervakken of parkeervelden aan de randen van wijken aanwijzen, met een APV-aanpassing om deze locaties uit te zonderen van het verbod. Op deze plekken kun je laadpalen of laadpleinen plaatsen voor de doelgroep.

  3. Laden op bedrijventerreinen/bedrijfslocaties
    Een derde richting is om – liefst in samenspraak met werkgevers – actief te handhaven op het APV-verbod en lange/hoge bestelbussen voor parkeren te verwijzen naar bedrijventerreinen, eventueel daar ondersteund met extra laadpunten.

Let op: voor oplossingen 2 en 3 zijn laadpunten maar één puzzelstukje van de opgave. Ook hier geldt dat veiligheid, bereikbaarheid en toegankelijkheid van groot belang zijn voor de berijders van bestelbussen. Ook dat is onderdeel van een aantrekkelijk woon- en vestigingsklimaat in jouw gemeente.