Concessie Groningen en Drenthe: aan de slag met slimme laadinfra

Op 8 juli deed de NKL Kennistour Groningen en Drenthe aan. Een uitgelezen moment, want de provincies hebben net een gezamenlijke aanbesteding voor 1000 publieke laadpalen afgerond. De concessie is rond, de plaatsing kan starten. Tijd om met elkaar en met experts in gesprek te gaan over strategische en praktische vraagstukken.

Veel van de deelnemende gemeenten hebben tot nu toe nog maar beperkt met laadinfra te maken gehad; sporadische aanvragen, een initiatief van een netbeheerder. Daar komt nu verandering in. Gemeente Assen ziet bijvoorbeeld dit jaar voor het eerst de aanvragen van bewoners omhoogschieten. Ook onder bezoekers neemt de behoefte aan laadinfra toe, merken de gemeenten.

Bij de uitvoering van een concessie komen essentiële vragen op tafel: wat zijn de beste plekken voor de laadpunten? En hoe hangt de uitrol van laadinfra samen met andere (duurzame) ontwikkelingen in de gemeente?

Wensplekken voor laadinfra

In de concessie is vastgelegd dat er in Groningen en Drenthe 1000 laadpalen bijkomen. Die worden onder meer geplaatst bij OV-hubs, zoals trein- en busstations. De deelnemers aan de kennistour bespreken met elkaar andere plekken waar laadpunten gewenst zijn, zoals bij sportvelden, vakantieparken of musea. Die wensplekken zijn niet altijd op gemeentelijke grond, maar dat betekent niet dat de rol van de gemeente dan direct is uitgespeeld. Gemeente Noordenveld heeft bijvoorbeeld voorstellen gedaan voor slimme plekken om laadinfra te plaatsen, ook als het grondbezit niet volledig bij de gemeente ligt. Zo’n voorstel is een goede basis voor overleg. Elke gemeente heeft zo z’n eigen maatwerksituaties.

Samenhang met duurzame ontwikkelingen

De wil om de uitrol van laadinfra goed en efficiënt aan te pakken is groot. Daarbij is het belangrijk om niet alleen strategisch naar specifieke laadplekken te kijken, maar om ook de samenhang met andere ontwikkelingen te zien. Elke gemeente levert op dit moment een bijdrage aan het opstellen van een Regionale Energie Strategie (RES), waarin keuzes worden gemaakt voor duurzame energie-infrastructuur. Laadinfra kan hierin een logische plek krijgen, als je bedenkt dat elektrische auto’s de potentie hebben om energie terug te leveren aan het net. Er was bij de kennistour dan ook veel interesse voor onderwerpen als vehicle to grid en (slimme) laadpleinen. Er werd ook gesproken over een goede afstemming tussen afdelingen: als de straat toch wordt opgebroken bij de werkzaamheden voor een aardgasvrije wijk, kunnen tegelijkertijd de voorbereidingen voor laadinfra plaatsvinden.

Laadinfra voor deelauto’s

In Groningen en Drenthe zijn enkele energie-coöperaties actief. In samenwerking en overleg met gemeenten willen zij elektrische deelauto’s aanbieden. De laadpaal voor zo’n deelauto kan ook onder de concessie vallen. Zo stimuleert de gemeente niet alleen elektrisch rijden, maar ook autodelen – en dat past weer mooi bij de ambities die in het Klimaatakkoord zijn opgesteld. Mobiliteit van ons liet zien hoe dit in de praktijk werkt.

Nationale Agenda Laadinfrastructuur

Wat het Klimaatakkoord betekent voor laden van elektrisch vervoer, is vastgelegd in de Nationale Agenda Laadinfrastructuur (NAL). Hier was veel aandacht voor tijdens deze Kennistourbijeenkomst, want de NAL geeft de komende jaren richting aan de uitrol van laadinfra. Voor sommige deelnemers was dit een eerste kennismaking met dit belangrijke nieuwe beleidsdocument.

Tijdens de Kennistour geeft NKL informatie over de nieuwste ontwikkelingen en biedt gemeenten de kans om met elkaar in gesprek te gaan. Elke bijeenkomst bestaat uit een plenair deel, gevolgd door interactieve sessies rond deelthema’s. Deze Kennistour werd ondersteund door kennispartners namens: ElaadNL, gemeente Noordenveld, provincie Groningen.