Waar plaats je een laadplein?

De locatiekeuze is bepalend voor het succes van een laadplein. Hier vind je een checklist en praktische tips om de juiste plek van een laadplein te bepalen. Ook lees je over de twee technische varianten – een primair-secundaire aansluiting of een systeem-straatkastconstructie – en hoe deze de locatiekeuze bepalen.

Checklist locatiekeuze van een laadplein

Waar moet je op letten bij de locatiekeuze van een laadplein? Deze checklist met aandachtspunten helpt je op weg.

Een locatie die voor de gemeente zeer wenselijk is, kan voor een CPO niet rendabel zijn. Als je al met een CPO samenwerkt, bijvoorbeeld in een concessie, is het daarom raadzaam om samen op zoek te gaan naar een geschikte locatie en naar balans te zoeken. In het geval van een aanbesteding kan de gemeente kiezen om eerst een marktconsultatie uit te voeren.

Als een laadplein deel uitmaakt van een integraal herinrichtingsplan, kan dit het draagvlak vergroten.
Op die manier wordt het laadplein onderdeel van de toekomstbestendige publieke ruimte en kan nagedacht worden over de ultieme inrichting van het laadplein. Denk bijvoorbeeld aan laadpalen die bereikbaar zijn vanuit 4 parkeerplaatsen.

Best practice: draagvlak voor laadplein

De gemeente Zeist heeft een groot laadplein van 40 laadpunten gerealiseerd. Zij heeft dit laadplein geïntegreerd in een herinrichting van een gemeentelijk parkeerterrein op een bezoekerslocatie. Hierdoor is het laadplein direct in het ontwerp ingepast. Dat zorgde voor in- en extern draagvlak.

Een belangrijk aandachtspunt is of de beoogde locatie in bezit is van de opdrachtgever. Het maakt namelijk verschil of het laadplein gerealiseerd wordt op publieke of private grond. In de openbare ruimte geldt het beleid van de gemeente en is een verkeersbesluit nodig om handhaving mogelijk te maken. Op een gemeentelijk parkeerterrein buiten de openbare ruimte, bijvoorbeeld het parkeerterrein voor het gemeentehuis, gelden deze voorwaarden niet.

In het geval van private grond, is het belangrijk om goede afspraken te maken tussen de CPO en de grondeigenaar en indien nodig de gemeente over beheer en onderhoud, eigendom, stroomvoorziening en toegankelijkheid. Op private grond is geen verkeersbesluit nodig.

De huidige laadpleinen liggen bijna allemaal op publieke grond. Hier betalen commerciële partijen geen vergoeding voor. De reden hiervoor is vaak dat gemeenten de aanleg van publieke laadinfrastructuur willen stimuleren, het in rekening brengen van kosten voor het gebruik van publieke grond kan een drempel zijn.Toch kan het in sommige gevallen interessant zijn om een (slim) laadplein te realiseren op private grond en dit open te stellen voor publiek. Bijvoorbeeld bij parkeerterreinen waarbij een bedrijf al een grote netaansluiting heeft en een deel hiervan beschikbaar stelt om ook EV’s op te laden.

In gemeenten waar (nog) geen dicht netwerk van openbare laadinfrastructuur aanwezig is, is een korte loopafstand belangrijk tussen het laadplein en woningen of bezoekerslocaties zoals winkelcentra, een sporthal, of binnensteden. Het advies is om die positie mee te nemen in de totale uitrolstrategie van openbare laadinfrastructuur, zodat een dekkend netwerk gerealiseerd wordt.

Veel publieke laadpunten worden nu geplaatst op aanvraag. Dit houdt in dat de gemeente en CPO in eerste instantie in de buurt van het aanvraagadres naar een geschikte locatie kijken. In theorie leidt dit tot meer decentralisatie.

Een goede vind- en bereikbaarheid per auto en eventueel voor- of natransport zijn ook belangrijke aandachtspunten. Voldoende laadsessies op het laadplein zijn nodig voor een rendabele businesscase. Is de afstand tussen de gebruiker en het laadplein te voet of met de fiets te overbruggen? Is de route naar het laadplein aantrekkelijk? Daarnaast moet het laadplein vindbaar zijn voor de gebruiker. Zowel digitaal in apps en sites (zoals Oplaadpalen.nl, ANWB Onderweg en de Stekker app) als fysiek in de openbare ruimte. 

De locatie hangt sterk af van de netaansluiting (zie ook ‘Hoe sluit je een laadplein aan op het net?’). Op sommige locaties is het openbare elektriciteitsnet niet direct toereikend om een zwaardere netaansluiting voor een laadplein aan te leggen. In dat geval moet de netbeheerder eerst investeren om de benodigde capaciteit te kunnen leveren. Dit heeft vaak grote gevolgen voor de doorlooptijd.

Betrek de netbeheerder om af te stemmen wat mogelijk is. Deze kan meedenken over alternatieve locaties waar het elektriciteitsnet wel direct toereikend is. De ervaring leert dat CPO’s niet altijd direct voor een zware netaansluiting kiezen, maar klein beginnen. Naarmate het gebruik toeneemt, wordt er verzwaard of slim laden toegepast.

Een laadplein biedt de mogelijkheid om laadinfrastructuur beter in te passen in de openbare ruimte. Bij een systeem-straatkast opstelling (zie ‘Technische varianten’) kan gebruik gemaakt worden van kleinere laadpunten. Deze vallen minder op en vallen beter weg in bijvoorbeeld groen. Aandachtspunt hierbij is de plaatsing van de verdeelkast. Deze locatie moet goed toegankelijk zijn voor het beheer en onderhoud van het laadplein.

Praktische tips voor de locatiekeuze van een laadplein

Maak gebruik van deze praktische tips om de juiste locatie voor een laadplein te kiezen.

Parkeerplekken in een bewoonde omgeving zijn vaak schaars, de aanleg van een (slim) laadplein kan hier tot weerstand leiden. Het is eenvoudiger om laadpleinen te realiseren op locaties met bestaande pleinen of parkeerterreinen, zoals bij sportcomplexen, winkelcentra en kantoorgebouwen. De komst van het laadplein gaat dan niet ten koste van schaarse bewonersplekken.

Op een mobiliteitshub stap je van de ene vorm van vervoer over op de andere. Er is dan al sprake van een grootschalige parkeerlocatie, waardoor een laadplein niet zo snel op weerstand zal stuiten. Ditzelfde geldt voor logistieke hubs die een bestemming vormen voor elektrische bestelvoertuigen en e-trucks. Door hier een laadplein aan te leggen, voorkom je dat deze grote voertuigen in een woonwijk op zoek gaan naar laadplekken die eigenlijk bedoeld zijn voor personenvervoer.

Relevante vragen zijn bijvoorbeeld: wat is het verwachte gebruik? Is het rendabel voor de deelnemende marktpartijen om op die locatie een laadplein aan te leggen?

De discussie over brandveiligheid bij het opladen van elektrische auto’s (en andere voertuigen) wordt steeds prominenter. Met name parkeergarages worden gezien als risicofactor. Verdiep je dus goed in de eisen en richtlijnen die worden gesteld aan brandveiligheid bij je locatiekeuze of bij het realiseren van een krachtige netaansluiting op straat of bij het plaatsen van een batterij. Er zijn richtlijnen met betrekking tot minimale afstand tussen laadpalen en aansluiting, en laadpalen onderling. Eisen voor (brand)veiligheid kun je onder andere hier terugvinden.

Welke technische varianten van een laadplein zijn er?

Er zijn twee technische varianten van laadpleinen: de primair-secundaire aansluiting en de systeem-straatkastopstelling.

Bij de primair-secundaire aansluiting heeft één laadpaal (primair) een netaansluiting en is direct aangesloten op het backofficesysteem. Alle andere laadpalen (secundair) zijn aangesloten op de primaire laadpaal. Deze bepaalt de laadsnelheid en communiceert met de backoffice.

Bij de systeem-straatkast opstelling bevindt de hoofdaansluiting zich in een verdeelkast. De andere laadpalen zijn hierop aangesloten.

Welke technische variant voor een laadplein is handig op welke locatie?

De keuze voor een technische variant hangt af van verschillende factoren, waarbij de beschikbare ruimte één van de belangrijkste is. Een systeem-straatkast opstelling wordt vaak gebruikt voor grote laadpleinen, omdat daar in de basis een grote netaansluiting voor nodig is die niet in een laadpaal past.

In onderstaand schema staan de afwegingsfactoren voor de technische varianten: