Of een locatie geschikt is, hangt onder meer af van de beschikbare ruimte en de bereikbaarheid. De beoogde doelgroep bepaalt welke capaciteit en omvang een locatie moet hebben. Zo hebben laadlocaties voor zware vracht meer ruimte nodig. Daarnaast trekt een logistieke laadlocatie vaak extra verkeer aan. Het is goed om vooraf een beeld te schetsen van de omgeving en een inschatting te maken van de situatie.
Afhankelijk van de doelgroep (vrachtvoertuigen of bestelwagens) moet de locatie een bepaalde capaciteit en omvang hebben om de gebruikers goed te bedienen. Je kunt hieraan minimumeisen stellen als de locatie gemeente-eigendom is en je de locatie zelf uitgeeft.
Laadlocaties voor zware vracht hebben al snel een ruimtebeslag van 4.000 m2, waarop meerdere laders met hoogvermogen gerealiseerd moeten kunnen worden en waarop sprake is van doorrijdlocaties. De locatievisie van LoLa geeft diverse voorbeelden hoe deze kunnen worden ingericht en welke minimumeisen hiervoor gelden.
Voor bestelwagens en lichte vrachtvoertuigen zijn bestaande snellaadstations en brandstofverkooppunten vaak ook geschikt voor plaatsing van (extra) snellaadpunten, mits de toegankelijkheid voor langere/grotere bestelvoertuigen geborgd is in het voorstel. Check bij een voorstel voor logistieke laadinfrastructuur de regelgeving rond brandstofpunten in jouw gemeente met je collega’s om te weten welke eisen er worden gesteld aan uitbreiding van zo’n locatie (technisch of qua proces).
Wordt er een nieuwe laadlocatie voorgesteld, die niet bij een bestaand tankstation ligt? Dan geldt ook voor bestelvoertuigen dat laadzekerheid van belang is en hiermee zijn meerdere laadpunten gewenst (denk aan twee tot vier laadpunten). Reken daarom als ruimtebeslag 300-1.000 m2, zie ook Afwegingskader binnenstedelijk snelladen van GO RAL.
Een logistieke laadlocatie heeft een verkeersaanzuigende werking. Je wil voorkomen dat zware voertuigen door woonwijken of kleine straten gaan. Toets mogelijke basisnetwerklocaties met je verkeerscollega’s op doorstroming, verkeersveiligheid en mogelijke overlast.
Bepaal welke maatregelen de gemeente wil nemen om een en ander in goede banen te leiden, met oog voor vindbaarheid (bewegwijzering), doorstroom (obstakels en in-/uitritten), veiligheid en maatregelen om de snelheid te verminderen.