Om de overstap naar elektrisch te kunnen maken, is voor bestelbussen en vrachtwagens ook onderweg voldoende laadzekerheid nodig. Naar verwachting gaat zo’n 10% van de laadbehoefte onderweg worden ingevuld.
Dit gebeurt vaak met hoge vermogens om zo snel mogelijk weer door te kunnen rijden. Voor bestelbussen zal dit grotendeels zijn bij snellaadstations en snelladers op tankstations: dezelfde plekken als voor personenauto’s.
Voor vrachtwagens zijn er speciale locaties nodig die rekening houden met de omvang, draaicirkel, het gewicht en de benodigde laadvermogens voor zware voertuigen.
Sinds 2024 is Europese regelgeving van kracht (Alternative Fuels Infrastructure Regulation – AFIR) die een minimum aan snellaadpunten voor personenauto’s en zware vracht voorschrijft om een dekkend netwerk te voorzien langs Europese corridors en bij stedelijke knooppunten. Daarbovenop heeft Nederland een definitie opgesteld van een landelijk dekkend basisnetwerk voor zware voertuigen. Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat is hier verantwoordelijk voor. De NAL-regio’s zijn aangewezen om de opgave voor zwaar vervoer te vertalen naar regionaal niveau.
Naar verwachting gaan bestelauto’s snelladen op dezelfde plekken als personenauto’s. Deze opgaves moet je dus bij elkaar optellen om te bepalen hoeveel snellaadlocaties er nodig zijn.
Opgave in kaart
De ElaadNL Outlook Logistiek gaat de snellaadbehoefte voor bestelwagens in kaart brengen en dit helpt je gevoel te krijgen bij de opgave voor jouw gemeente. Voor een compleet beeld moet je deze behoefte optellen bij de snellaadbehoefte uit de ElaadNL Outlook Personenvervoer.
De snellaadbehoefte is een combinatie van kortparkeerladen (op verblijfs/bezoeklocaties) en onderweg laden met als doel om zo snel mogelijk de weg te vervolgen.
Voor onderweg laden kun je redeneren vanuit de meest logische laadlocaties. Als je als gemeente zelf tankstationlocaties hebt uitgegeven, zijn deze vaak al logisch gepositioneerd ten opzichte van doorgaande wegen. Daarnaast kun je aanvullende locaties zoeken, in de vorm van kavels voor laadstations of als openbare snellaadlocaties op geschikte plekken op parkeervakniveau. Kijk hierbij altijd naar de integrale snellaadbehoefte van personenauto’s en bestelvoertuigen én stem met je NAL-regio af of er gezamenlijk initiatief wordt genomen om een snellaadnetwerk uit te rollen.
In jouw gemeente liggen logische locaties vaak bij tankstations of op nieuw te realiseren snellaadlocaties.
Als je als gemeente tankstationlocaties uitgeeft via een veiling-/concessiebeleid, kun je aanvullende eisen stellen over minimumaantallen snelladers op het moment dat de locatie opnieuw in de markt wordt gezet. Hiervoor is het van belang te weten wat de contractvorm en -termijnen zijn voor deze locaties. Vaak is dit bekend bij de afdeling vastgoed of verkeer van de gemeente. Ga met hen in gesprek over de mogelijkheden om dit mee te nemen in het tankstationbeleid. Hierop kun je je uitrolplan vaststellen. Op tankstations op private grond kun je geen eisen stellen aan de plaatsing van snelladers. Het kan wel goed zijn om met uitbaters van tankstations (zowel op gemeentelijke, private als provinciale locaties) in gesprek te gaan over een gedeeld toekomstbeeld: op termijn gaat voor alle locaties de nadruk verschuiven van brandstof naar elektriciteit.
Als je op basis van de prognoses meer snellaadbehoefte ziet dan logischerwijs voorzien gaat worden door de markt (bijvoorbeeld op tankstationlocaties), kun je overwegen aanvullende locaties of zoekgebieden in concessie uit te geven, eventueel gecombineerd met kortparkeerladers voor de bebouwde kom.
Door zelf actief beleid te voeren en locaties in de markt te zetten, kun je het netwerk vormgeven en wildgroei voorkomen. Daarnaast kunnen snellaadlocaties op privaat terrein ontstaan, waar de laadinfrastructuur vergunningsvrij geplaatst en geëxploiteerd mag worden.
Een aandachtspunt bij snelladers is de toegankelijkheid voor bestelbussen, al zie je dat veel marktpartijen hier als doelgroep al rekening mee houden of zich zelfs primair richten op (lichte) logistieke voertuigen.
Meer weten?
- Meer aandachtspunten bij marktinitiatieven voor laadpleinen bestelauto’s (en vrachtwagens)?
- Achtergrondinformatie voor de realisatie van binnenstedelijke snelladers?
- Voor stuurmiddelen op de realisatie van snellaadinfrastructuur: handreiking Snelladen en de omgevingswet.
Voor een landelijk dekkend basisnetwerk van laadpunten voor vrachtwagens ligt de bal primair bij het Rijk en de NAL-regio’s.
Heavy duty laadpleinen worden primair gerealiseerd op verzorgingsplaatsen voor doorgaand verkeer en truckparkings, om laden te kunnen combineren met rusttijden. Aandachtspunten hierbij zijn dat op de verzorgingsplaatsen pas vanaf 2028 laadkavels worden uitgegeven, waardoor de realisatie nog een aantal jaar op zich laat wachten. Voor truckparkings geldt dat de capaciteit nu soms al tekortschiet voor het aantal trucks, en er meer locaties nodig gaan zijn.
Ook is het goed te bedenken dat het vanuit het oogpunt van laden wenselijk is om laden voor kortverblijf en langer verblijf te combineren (voor de combinatie van ruimtegebruik en netcapaciteit). Vanuit verkeersoogpunt is dat niet altijd het geval.
De verwachting is hoe dan ook dat er voor het dekkend netwerk aanvullend locaties moeten worden gezocht. De NAL-regio’s zijn aangewezen om dit te coördineren en gemeenten hierbij te betrekken.
Neem als gemeente altijd contact op met je NAL-regio als je truckparkings wilt ontwikkelen, deze zijn een belangrijk puzzelstuk in het basisnetwerk.
De NAL-regio’s gaan in 2025 per regio de corridorlaadbehoefte voor zware voertuigen analyseren en vertalen naar zoekgebieden. Als gemeente word je hierbij aangehaakt.
Ben je al nieuwsgierig naar de verwachte behoefte? De ElaadNL Outlook Logistiek, die in januari 2025 beschikbaar komt geeft ook inzicht in de laadbehoefte onderweg van vrachtwagens. Voor meer inzicht in de laadbehoefte langs corridors, is ook deze online kaart beschikbaar: de corridors zijn hier opgedeeld in logische wegdelen, waarvoor een verwachte laadbehoefte moet worden ingevuld.
Diverse marktpartijen en ondernemers zijn al zelf aan de slag gegaan met het openstellen van laadpunten voor vrachtwagens, zie de interactieve Laadkaart Zwaar Vervoer voor het meest actuele overzicht in jouw gemeente en regio.
Let op: Deze locaties voldoen niet altijd aan de AFIR of landelijke definities van heavy-duty laadlocaties.
Coördineer onderweg laden voor zware vrachtwagens altijd in regionaal verband en maak gebruik van de verschillende landelijke programma’s die hierin ondersteunen. Zie deze overzichtspagina voor de landelijke initiatieven om een publiek basisnetwerk voor elektrische vrachtwagens te realiseren.
Als gemeente kun je al proactief bepalen of je kavels nabij corridors in bezit hebt of zou kunnen verwerven. Bedenk hierbij dat een heavy-duty laadplein een flink ruimtebeslag (4.000 m2) heeft, zie de bijlage van de locatievisie Logistiek Laden om een beeld te krijgen.
Wanneer je als gemeente grondeigenaar bent van truckparking(s), is het interessant om te onderzoeken welke laadinfrastructuur voor langer verblijf hier kan worden gerealiseerd. Ook kunnen (semi)publieke collectieve laadpleinen op bedrijventerreinen nabij corridors bij voldoende capaciteit helpen om de laadbehoefte onderweg in te vullen.
Meer weten?
De locatievisie van het programma Logistiek Laden (LoLa) geeft een goed beeld van hoe een heavy duty laadplein moet worden ingericht.
Naast de kaart met de corridor laadopgave, is een begeleidend rapport gepubliceerd over de invulling van de corridor-laadbehoefte. Hierin staat een uitgebreid stappenplan voor gemeentelijke benadering van zoekgebieden. Pak deze zoekactie altijd op in coördinatie met je NAL-regio.
Kijk hier voor meer aandachtspunten bij marktinitiatieven voor laadpleinen vrachtwagens (en bestelauto’s)?