Ben je nieuw in het onderwerp? Hier vind je achtergronden, onder andere over de plaatsingsstrategieën en uitvoeringsmodellen voor publieke laadpunten.
Waarom visie en beleid?
Binnen de Nationale Agenda Laadinfrastructuur (NAL) hebben gemeenten afgesproken een integrale laadvisie op te stellen en deze iedere twee jaar te actualiseren om in te spelen op de snelle ontwikkelingen binnen de transitie naar uitstootvrije mobiliteit. Laadinfrastructuur mag geen belemmering zijn voor deze transitie en gemeenten hebben de regie op passend en tijdig realiseren van publiek toegankelijke laadinfrastructuur voor de verschillende gebruikersgroepen. Ook stellen gemeenten een plaatsingsbeleid vast voor publieke laadpunten.
De samenwerking in de NAL en verschillende NAL-regio’s is eind 2023 verlengd en daarin is benadrukt dat in de komende jaren het laadnetwerk fors uitgebreid moet worden, met onder andere aandacht voor nieuwe gebruikersgroepen, laadtechnieken, netcongestie en EU regelgeving. Daarnaast ontwikkelt de markt van elektrische voertuigen en werktuigen zich snel, net als het aanbod van laadoplossingen. Daarom is het van belang om de Laadvisie en het Plaatsingsbeleid te actualiseren met de kennis van de ontwikkelingen en in te spelen op de verwachte groei richting 2030 en 2035.
Wat is het verschil tussen de Integrale laadvisie en het Plaatsingsbeleid?
In de integrale laadvisie zet je de hoofdlijnen van het beleid uit, op basis van de ontwikkelingen in jouw gemeente en de benodigde ondersteuning van de transitie.
In het plaatsingsbeleid ga je in meer detail in op de wanneer je plaatst, waar je gaat plaatsen en hoe je laadplekken inricht en hoe je communiceert. Dit leg je vast als beleidskader, wat je helpt om je beslissing te onderbouwen richting marktpartijen en bewoners.
De meeste gemeente hebben hun plaatsingsbeleid al eerder vastgesteld. Na het opstellen of actualiseren van je Integrale laadvisie, is het goed om vast te stellen of je plaatsingsbeleid hierdoor verandert en een update nodig heeft.
Verdieping plaatsingsstrategie
Hoe pro-actief wil jouw gemeente zijn bij het plaatsen van publieke laadpalen? Met de groei van het aantal elektrische voertuigen en de opkomst van de tweedehandsmarkt is de verwachting dat vraaggestuurde plaatsing alleen niet langer voldoet vanwege de lange doorlooptijden. De behoefte om (ook) proactief laadpalen te plaatsen – en daarmee ‘voor de vraag uit te plaatsen’ – wordt steeds groter.
Hierna lees je op hoofdlijnen de verschillende strategieën. Deze strategie werk je verder uit bij het Plaatsingsbeleid. Die uitwerking gaat o.a. over de locatiekeuze, de communicatie en het verkeersbesluit.
Welke verschillende plaatsingsstrategieën zijn er?
Deze strategie wordt ook wel ‘paal-volgt-aanvraag’ of ‘paal-volgt-auto’ genoemd. Als gemeente volg je initiatieven vanuit de markt: je geeft op basis van beleid wel of geen toestemming.
De aanvraag van een inwoner van de gemeente loopt meestal via een CPO. De laadlocatie zal daarom naar alle waarschijnlijkheid tenminste door één vaste bestemmingslader worden gebruikt, wat de individuele businesscase ten goede komt.
In een vergunningsmodel loopt de aanvraag vaak via de reguliere organisatieonderdelen voor parkeerbeleid en vergunningen. Bij een concessie- of opdrachtenmodel wordt vaak een ‘loket’ ingericht.
Hoe werkt het aanvraagproces?
Verschillende gemeenten maken gebruik van een online systeem voor het indienen en behandelen van aanvragen. Een voorbeeld is het www.laadpaalnodig.nl dat gemeenten naar eigen wensen kunnen opbouwen.
Sommige gemeenten en regio’s faseren het vraaggestuurd plaatsen uit of maken aanvragen alleen nog mogelijk voor specifieke gebruikers zoals deelautoaanbieders of belanghebbenden (bv. gehandicapten).
Actief plaatsen wil zeggen dat een gemeente zelf het initiatief tot plaatsen neemt. Er is geen specifieke aanvrager en dus gebruiker per laadlocatie. Actief plaatsen kan op verschillende manieren:
- Op strategische locaties. Voor deze locaties is het de vraag of er sprake is van een rendabele businesscase voor de individuele paal, maar heeft een gemeente andere redenen om een oplaadpunt te plaatsen. De locatie is belangrijk voor specifieke doelgroepen (bedrijventerrein, sportclubs, P+R-locaties, etc.) die specifieke bezoekers (toeristen, forenzen) of het bedrijfsleven bedienen. Een bijdrage leveren aan de zichtbaarheid van elektrisch vervoer, om zo bewustwording te vergroten.
- Op basis van verwachte vraag. Een gemeente kan voor de verwachte laadvraag uit laadinfrastructuur aanleggen. De gemeente kiest er dan voor om (een deel van) de laadlocaties actief te plaatsen op basis van een berekening van de toekomstige vraag. Daar kunnen ook laadlocaties tussen zitten die niet direct een rendabele individuele business case kennen.
- Op basis van verbruiksdata. Wanneer je laadinfrastructuur groeit, groeit ook de hoeveelheid verbruiksdata. Je kunt bij voldoende data besluiten om deze leidend te laten zijn voor uitbreiding en met name ook verdichting van de laadinfrastructuur.
Je geeft een CPO toestemming/opdracht tot het plaatsen van nieuwe laadlocaties, wanneer verbruiksdata aantonen dat bestaande locaties de laadvraag niet voldoende dekken. Wanneer een bestaand oplaadpunt structureel een maximum aantal kWh/transacties of bezettingsgraad per dag overschrijdt, breid je de infrastructuur dus uit.
Aandachtspunten bij de plaatsingsstrategie:
- De tijd tussen aanvraag en realisatie bij vraaggestuurde plaatsing is gemiddeld zes maanden.
- Bij vraaggestuurde plaatsing is de invloed op spreiding van het netwerk beperkt.
- Het gebruik van strategisch geplaatste laadpunten is onzeker, de gemeente/overheid moet vaak meefinancieren of een maximum aantal strategische plaatsingen specificeren binnen het contract.
- Niet alle marktpartijen zijn bereid om op basis van (voorspellende) data te investeren in laadpunten. Mogelijk zijn stedelijke gebieden in dit kader aantrekkelijker dan meer landelijke gebieden.
- Datagedreven plaatsing is een relatief nieuwe aanpak, maar wordt in grotere steden al succesvol toegepast.
- De vraag naar laadpunten gaat niet geleidelijk en de verwachting is dat het volume stijgt richting 2030. Je zou om deze reden kunnen opnemen dat je van vraaggestuurde plaatsing overstapt op datagedreven plaatsing, als de aanvragen stijgen naar een bepaald aantal per maand.
Overzicht uitvoeringsmodellen
Openmarktmodel | (Regionaal) Concessiemodel | (Regionaal) Opdrachtmodel | |
---|---|---|---|
Plaatsen, exploiteren en beheren | Binnen een gemeente kunnen meerdere CPO’s een aanvraag doen om laadlocaties te plaatsen en te exploiteren. | Binnen één of meerdere gemeenten krijgt één of meerdere CPOs voor een bepaalde periode in ieder geval het exclusieve plaatsingsrecht voor alle laadlocaties. | De gemeente neemt exploitatie op zich en koopt éénmalig/periodiek via een opdracht de levering, plaatsing en het beheer in. |
Toetsing | Per aanvraag op wet- en regelgeving Openbare Ruimte en plaatsingsbeleid. | Wet- en regelgeving Openbare Ruimte en plaatsingsbeleid wordt opgenomen in de overeenkomst. | Gemeente volgt wet- en regelgeving Openbare Ruimte en plaatsingsbeleid. |
Business case | Gedekt door CPO, inkomsten en risico voor CPO. | Gedekt door CPO, inkomsten en risico voor CPO. | Volledig gedekt door gemeente, inkomsten en risico voor gemeente. |
Aanbesteden | Nee. | Vanaf een bepaalde som van de (verwachte) opbrengst van de concessie > Europees aanbesteden. | Vanaf bepaalde som van de inkoopopdracht > Europees aanbesteden. |
Publieke kosten | ❖ Proceskosten toetsing op plaatsingsbeleid en vergunningentraject ❖ Proceskosten verkeersbesluiten ❖ Uitvoeringskosten inrichten OR ❖ Inkoop strategische locaties | ❖ Proceskosten toetsing op plaatsingsbeleid ❖ Proceskosten verkeersbesluiten ❖ Uitvoeringskosten inrichten OR ❖ Inkoop strategische locaties ❖ Proceskosten concessie | ❖ Proceskosten aanvraag en toetsing op plaatsingsbeleid ❖ Proceskosten verkeersbesluiten ❖ Uitvoeringskosten inrichten OR ❖ (Proceskosten aanbesteding) ❖ Inkoop infrastructuur, plaatsing & beheer |
Regie over spreding | CPO bepaalt welke aanvragen worden gehonoreerd, eventueel beïnvloed door spreidingscriteria in plaatsingsbeleid. | Gemeente legt CPO verplichtingen op voor het honoreren van aanvragen en actief realiseren van laadlocaties. | Gemeente |
Actief plaatsen | Als gemeente kun je vaak een enkele laadlocatie actief plaatsen, met financiële bijdrage. | Als gemeente kun je vaak meerdere laadlocaties actief plaatsen, met (beperkte) financiële bijdrage. | Als gemeente bepaal je zelf waar je (actief) plaatst. |
Keuze voor laadtechniek | CPO. | Gemeente heeft invloed op keuzes CPO. | Gemeente. |
Regie laadtarief & tariefstructuur | CPO. | Gemeente kan maximum tarief aangeven. | Gemeente. |
Voorbeelden | Dordrecht, Leiden, Alphen aan de Rijn. | Provincies Noord Brabant, Overijssel- Gelderland, Rotterdam, regio MRAe. | Den Haag, Zoetermeer, Rijswijk. |
Verdieping uitvoeringsmodellen
Er zijn verschillende samenwerkingsvormen met de markt mogelijk voor de uitrol van publieke laadinfrastructuur op zich kunnen nemen.
Een of meerdere CPO’s krijgen het exclusieve plaatsingsrecht voor publieke laadpunten. De gemeente stelt voorwaarden in de concessieovereenkomst, de CPO ontvangt de inkomsten maar draagt ook het risico. De gemeente stelt eigen eisen aan prijs, spreiding, uitvoeringstempo en flexibiliteit.
Kenmerken en aandachtspunten:
- Voor gemeenten die volledige controle willen over plaatsing en exploitatie.
- Biedt kansen om laadlocaties te realiseren zonder individueel sluitende businesscase en zo spreiding van het netwerk te vergroten.
- Biedt flexibiliteit om bestaand plaatsingsbeleid aan te passen aan nieuwe ontwikkelingen.
- Biedt zekerheid voor EV-rijders, de gemeente kan garanderen dat een laadpaal wordt geplaatst.
- Zorgt voor een gestandaardiseerd laadnetwerk, wat goed is voor het gebruiksgemak van de EV-rijder.
Voor het concessiemodel kan ook worden aangesloten bij een regionale concessie. Dit model is interessant voor gemeenten met relatief weinig ambtelijke capaciteit. Ook is het passend voor gemeenten die komende jaren nog niet heel aantrekkelijk zijn voor marktpartijen. Met een regionale concessie kan worden meegelift op locaties die wel aantrekkelijk zijn voor de markt.
Kenmerken en aandachtspunten:
- Voor gemeenten met beperkte ambtelijke capaciteit.
- Geschikt voor gebieden die momenteel minder aantrekkelijk zijn voor marktpartijen.
- Biedt zekerheid voor EV-rijders, de gemeente kan garanderen dat een laadpaal wordt geplaatst.
- Regionale samenwerking kan invloed hebben op laadtarieven: door het schaalvoordeel van een grote concessie kan het laadtarief lager worden. Als er veel gebieden meedoen met relatief weinig EV-rijders kan dat juist het laadtarief hoger maken omdat de gemiddelde verbruik per paal lager zal zijn.
Bij deze samenwerking kunnen meerdere CPO’s aanvragen doen om laadpunten te plaatsen en exploiteren. Dit model biedt marktpartijen de mogelijkheid op kleinere schaal uit te rollen. De gemeente stelt eigen eisen aan prijs, spreiding, uitvoeringstempo en flexibiliteit.
- Minder invloed op spreiding. Je kunt potentiële locaties voor laadpalen aanwijzen, maar de CPO bepaalt de realisatie.
- Biedt flexibiliteit om bestaand plaatsingsbeleid aan te passen aan nieuwe ontwikkelingen.
- Diversiteit in laadpalen. Gemeente kan geen CPO’s weigeren als ze voldoen aan de plaatsingscriteria, wat kan leiden tot diversiteit in laadpalen. Dit kan een negatieve invloed hebben op transparantie en gebruiksgemak van het laadnetwerk voor de EV-rijder.
- Laadtarief: Let op dat er geen maximum kan worden gesteld.
Hierbij neemt de gemeente zelf de exploitatie op zich en koopt zij éénmalig/periodiek via een opdracht de levering, plaatsing en het beheer in. De gemeente draagt de investeringskosten, maar ontvangt ook de baten. De gemeente stelt eigen eisen aan prijs, spreiding, uitvoeringstempo en flexibiliteit.
Kenmerken en aandachtspunten:
- Voor gemeenten die volledige controle en flexibiliteit willen en bereid zijn om het exploitatierisico op zich te nemen.
- Biedt kansen om laadlocaties te realiseren zonder individueel sluitende businesscase en zo spreiding van het netwerk te vergroten.
- Biedt zekerheid voor EV-rijders, de gemeente kan garanderen dat een laadpaal wordt geplaatst. Elektrisch rijden wordt daarmee toegankelijker.
- Biedt de mogelijkheid om de laadtarieven aan te passen aan de markt.
Verdienmodel laadinfrastructuur binnen de uitvoeringsmodellen
Onder alle uitvoeringsmodellen ligt de business case van openbaar laden, waar de kosten voor plaatsing, beheer, onderhoud en exploitatie gedekt worden uit de opbrengsten van het laden. Het laadtarief voor de eindgebruiker is één van de instrumenten waarmee de CPO zijn investering terugverdient. Je kunt daarbij rekenen vanuit de individuele businesscase van één laadlocatie of, bij groei van het netwerk, de business case van het netwerk als geheel. In dit laatste geval kan het netwerk bestaan uit winstgevende en minder winstgevende laadlocaties, waarbij de business case als geheel positief blijft.
De businesscase voor laadinfrastructuur ontwikkelt zich positief. Dit komt onder andere door intensiever gebruik per laadlocatie, standaardisatie van het plaatsingsproces, schaalvergroting (door regionale samenwerking) en lagere onderhoudskosten.
Zie voor meer verdieping bij de businesscase van openbaar laden ook hoofdstuk 3 in de studie Handelingskader voor landelijk dekkend netwerk van laadinfrastructuur, uitgevoerd in opdracht van de NAL in 2021.
Waar moet je op letten als je aansluit bij regionale samenwerking?
Gezien de schaalgrootte zullen concessies vaker vanuit regionale samenwerking worden georganiseerd dan vanuit een individuele gemeente. Veel NAL-regio’s hebben deze organisatie inmiddels op zich genomen. Als je aansluit bij zo’n regionale samenwerking, zoek dan in ieder geval goed uit:
Welke voorwaarden zijn er opgenomen in de concessie of opdracht, bijvoorbeeld wat betreft exclusiviteit voor de Charge Point Operator (CPO)? Aan welke plaatsingscriteria moet de concessiehouder zich houden en hoe pakt dat uit binnen de gemeente? Botsen de voorwaarden eventueel met het parkeerbeleid of visie op de openbare ruimte? Hoeveel invloed is er op uitbreiding van bestaande punten? Ben je als gemeente verplicht een verkeersbesluit te nemen?
Waar moet de gemeente nog steeds zelf beleid op maken? Hoe vertalen de concessievoorwaarden zich in handhavingsbeleid? Welk type laadinfrastructuur wordt meegenomen in de concessie en welke niet (bijvoorbeeld regulier laden en snelladen?).