Update: welke onderdelen zijn nieuw in de integrale laadvisie?

Lees hier de belangrijkste vernieuwingen in deze online handreiking Visie en Beleid en het format ‘Integrale laadvisie’. Deze onderdelen vragen om aandacht bij de update van jouw laadvisie.

Integrale scope

De scope is integraler geworden. Het doel van de laadvisie is om een dekkend laadnetwerk te ontwikkelen dat álle vormen van laden omvat. In publieke én private ruimte. Voor alle gebruikersgroepen van elektrische voertuigen, dus ook bijvoorbeeld logistiek en deelmobiliteit. En op alle verschillende laadlocaties.

Regierol

Ook vanwege netcongestie en een grotere aanspraak op de fysieke ruimte is het belangrijker geworden om integraler naar de opgave te kijken. Dat betekent dat de gemeente voor publieke laadinfrastructuur een regierol heeft om vraag en aanbod zo goed mogelijk bij elkaar te brengen. Aanvullend kunnen gemeenten deze rol uitbreiden naar ondersteuning van private partijen, omdat dit in totaal voor de laagste maatschappelijke kosten zorgt en ook de vraag naar publieke laadinfrastructuur kan verminderen.

Nieuwe gebruikersgroepen

Naast personen- en bestelvoertuigen worden ook vrachtvoertuigen, autobussen, bouwmaterieel en scheepvaart als gebruikersgroepen beschreven. Deze doelgroepen zijn ook opgenomen in de vernieuwde NAL-samenwerkingsovereenkomst die eind 2023 is afgesloten.

Onderscheid in laadlocaties

Met deze nieuwe gebruikersgroepen, is het van belang om onderscheid te maken in verschillende type laadlocaties:

  1. In de bebouwde kom – woonwijken, bezoeklocaties
  2. Bedrijventerreinen
  3. Onderweg – langs Europese, landelijke en regionale corridors
  4. Bouwplaats – op projectbasis bij verschillende locaties
Meer beleidsmaatregelen private laadinfra

De handreiking en format besteden meer aandacht aan private laadlocaties en mogelijke ondersteunende maatregelen hiervoor. Een groot deel van de logistieke laadbehoefte komt namelijk op eigen terrein van ondernemers terecht. Daardoor wordt het ook belangrijker voor gemeenten om zicht te hebben op de opgave en de obstakels waar ondernemers tegenaan lopen.

Marktontwikkelingen en voortschrijdende kennis

De snelle ontwikkelingen op het gebied van ZE-mobiliteit, hebben ook gezorgd voor een groter aanbod van laadoplossingen en meer kennis en ervaring met de toepassing hiervan.

Denk aan steeds hogere snellaadvermogens, waaronder de Megawatt Charging Standard voor zware voertuigen en de standaardisatie van slim laden in de vorm van netbewust laden. Maar ook meer zicht op mitigerende maatregelen om in netcongestiegebied toch snellaadpunten te kunnen plaatsen.

Deze handreiking Visie en Beleid bevat veel van deze nieuwe inzichten en links naar de kennis van de NAL, de NAL-regio’s, ELaadNL en adviesbureaus.

De scope is integraler geworden. Het doel van de laadvisie is om een dekkend laadnetwerk te ontwikkelen dat álle vormen van laden omvat. In publieke én private ruimte. Voor alle gebruikersgroepen van elektrische voertuigen, dus ook bijvoorbeeld logistiek en deelmobiliteit. En op alle verschillende laadlocaties.

Ook vanwege netcongestie en een grotere aanspraak op de fysieke ruimte is het belangrijker geworden om integraler naar de opgave te kijken. Dat betekent dat de gemeente voor publieke laadinfrastructuur een regierol heeft om vraag en aanbod zo goed mogelijk bij elkaar te brengen. Aanvullend kunnen gemeenten deze rol uitbreiden naar ondersteuning van private partijen, omdat dit in totaal voor de laagste maatschappelijke kosten zorgt en ook de vraag naar publieke laadinfrastructuur kan verminderen.

Naast personen- en bestelvoertuigen worden ook vrachtvoertuigen, autobussen, bouwmaterieel en scheepvaart als gebruikersgroepen beschreven. Deze doelgroepen zijn ook opgenomen in de vernieuwde NAL-samenwerkingsovereenkomst die eind 2023 is afgesloten.

Met deze nieuwe gebruikersgroepen, is het van belang om onderscheid te maken in verschillende type laadlocaties:

  1. In de bebouwde kom – woonwijken, bezoeklocaties
  2. Bedrijventerreinen
  3. Onderweg – langs Europese, landelijke en regionale corridors
  4. Bouwplaats – op projectbasis bij verschillende locaties

De handreiking en format besteden meer aandacht aan private laadlocaties en mogelijke ondersteunende maatregelen hiervoor. Een groot deel van de logistieke laadbehoefte komt namelijk op eigen terrein van ondernemers terecht. Daardoor wordt het ook belangrijker voor gemeenten om zicht te hebben op de opgave en de obstakels waar ondernemers tegenaan lopen.

De snelle ontwikkelingen op het gebied van ZE-mobiliteit, hebben ook gezorgd voor een groter aanbod van laadoplossingen en meer kennis en ervaring met de toepassing hiervan.

Denk aan steeds hogere snellaadvermogens, waaronder de Megawatt Charging Standard voor zware voertuigen en de standaardisatie van slim laden in de vorm van netbewust laden. Maar ook meer zicht op mitigerende maatregelen om in netcongestiegebied toch snellaadpunten te kunnen plaatsen.

Deze handreiking Visie en Beleid bevat veel van deze nieuwe inzichten en links naar de kennis van de NAL, de NAL-regio’s, ELaadNL en adviesbureaus.