Veelvoorkomende praktijksituaties

Hoe deelauto-initiatieven zich ontwikkelen, verschilt per gemeente. Er kunnen verschillende situaties in jouw gemeente zijn die om maatwerk vragen. Misschien is er al een aanbieder actief in jouw gemeente die de bestaande deelauto’s vervangt voor elektrische modellen. Of misschien vraagt een projectontwikkelaar naar mogelijkheden om deelauto’s in te zetten in gebiedsontwikkeling. Iedere situatie vraagt weer om een andere aanpak. Om je op weg te helpen hebben we een aantal veelvoorkomende praktijksituaties op een rij gezet waar je op in kunt spelen.

Er gaat momenteel veel aandacht uit naar het creëren van aanbod in deelauto’s. Hoewel zichtbaar aanbod noodzakelijk is om het gebruik te stimuleren, kan een overschot aan aanbod averechts werken. Besteed daarom ook aandacht aan de vraagkant, onder andere door goed te communiceren over deelmobiliteit. Ken je inwoner en weet welk concept voor welk doeleinde en doelgroep geschikt is. Misschien zijn er buurten in jouw gemeente waar een kleinschalig station-based concept met een warme kring van gebruikers goed werkt, bijvoorbeeld omdat er veel gezinnen wonen die nu nog meerdere auto’s hebben, of omdat de parkeerplekken schaars zijn. Of misschien is er in jouw gemeente een groot laadplein waar een deelauto-aanbieder zonder problemen enkele plaatsen kan innemen.

Dit kun je doen:

  • Geef zelf het goede voorbeeld, draag uit dat je inzet op elektrische deelmobiliteit en treed op als launching customer om deelmobiliteit een impuls te geven.
  • Zet een enquête onder inwoners uit om hun interesse in een deelauto-initiatief te peilen.
  • Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat heeft eind november de campagne “Delen maakt je wereld mooier”gelanceerd. Het doel van deze campagne is om de houding van potentiële gebruikers van deelauto’s positief te beïnvloeden en hen enthousiast te maken om autodelen een keer te proberen. Kijk  hier hoe de campagne je kan helpen om het gebruik van deelauto’s te stimuleren. Ook kun je de gratis campagnematerialen gebruiken, deze vind je via deze link.

Veel deelauto-aanbieders zijn bezig om hun station-based brandstof-deelauto’s te vervangen voor elektrische modellen. Mogelijk eis je dat ook zelf. Ga in overleg met de deelauto-aanbieder over de termijn. Als dit ruim van te voren bekend is, kun je namelijk tijdig nieuwe laadpalen bij de vaste plekken realiseren. Tenminste als deze een geschikte en gewenste locatie is voor een laadpaal:

  • Wat is de afstand tot het laagspanningsnet en is er voldoende ruimte op het net?
  • Zijn er meerkosten voor extra bekabeling en is de gemeente eventueel bereid om die te betalen?
  • Is er naast de deelautoplek een parkeervak beschikbaar om open te stellen voor het laden van elektrische privévoertuigen?

Als de bestaande locatie niet geschikt is, kun je kijken of er een bestaande laadpaal in de buurt gebruikt kan worden. Het kan ook zijn dat je op zoek moet naar een alternatieve plek. Een wijziging van de locatie betekent extra werk voor zowel de gemeente als de deelauto-aanbieder.

Voorbeeld

Gemeente Rotterdam werkt momenteel intensief samen met de deelautoaanbieders om geschikte laadplekken te vinden voor de deelauto’s die elektrisch worden.

Voor station-based deelauto’s is de aanwezigheid van een laadpaal cruciaal. De realisatietermijn van een nieuwe laadpaal is gemiddeld 6 tot 9 maanden. Deelauto-aanbieders geven aan dat het enthousiasme onder mogelijke deelauto-gebruikers door de lange realisatieperiode vaak al is weggeëbd waardoor het momentum voor het hele deelinitiatief weg is.

Ga daarom na of er in de buurt van de gewenste locatie al een bestaande laadpaal is die gebruikt kan worden. Deelauto-aanbieders hebben soms liever een plek bij een bestaande laadpaal op een net iets minder gunstige locatie, dan te moeten wachten op een nieuwe laadpaal op de voorkeurslocatie. Bekijk of het reserveren van één van de vakken bij de bestaande laadpaal wenselijk en mogelijk is vanuit de afspraken met de CPO.

Daarnaast is een lange termijn planning ook van belang voor deelautoaanbieders vanwege de inkoop van nieuwe elektrische deelauto's. Pak hier als gemeente dus goed te regie op en stem lange termijn plannen af met CPO en deelauto-aanbieder. Zeker wanneer dit om grote getale gaat.

Dit kun je doen:

  • Kijk of er een bestaande laadpaal in de buurt is van de gewenste deelautolocatie. Er zijn twee mogelijkheden:
    1. Wijs een weinig gebruikte laadpaal in de omgeving aan als mogelijke deelautoplek. Realisatie is makkelijk en er zal weinig weerstand van bewoners komen.
    2. Wijs een veelgebruikte laadpaal in de omgeving aan als mogelijke deelautoplek. Beschikbaarheid van deelauto’s op aantrekkelijke plekken maakt de overstap van privéauto naar deelauto makkelijker, maar kan in eerste instantie wel op weerstand stuiten.
  • Als er een nieuwe laadpaal geplaatst moet worden, vraag die dan zo snel mogelijk aan, zodra bekend is dat er (waarschijnlijk) een elektrische deelauto komt. Ga op tijd in overleg met deelautoaanbieders om zo goed mogelijk op de hoogte te zijn van hun plannen.
  • Overweeg om alvast een strategische laadpaal voor de vraag uit te laten plaatsen. Veel concessies en samenwerkingsovereenkomsten geven hier ruimte voor. Vaak moet de gemeente dan een eenmalige bijdrage doen.

Free-floating en zone-floating deelauto’s maken gebruik van het bestaande netwerk van openbare laadpalen. Ze zijn dus minder afhankelijk van één specifieke laadpaal, maar er moeten vanaf de start wel voldoende laadpalen in het gebied zijn. In concessies en samenwerkingsovereenkomsten is vaak al opgenomen dat er laadpalen worden bijgeplaatst als het gebruik van de bestaande laadpalen goed is. Meer elektrische deelauto’s die ook in de gehele gemeente of de specifieke zone laden, zou dus niet tot problemen moeten leiden voor de beschikbaarheid van laadpalen. Ook niet bij vervanging van een brandstof-deelauto. Toch kunnen er wel tijdelijk of lokaal problemen ontstaan.

Dit kun je doen:

  • Zorg dat bij goed gebruik van bestaande laadpalen bijplaatsing is opgenomen in de afspraken met de CPO’s.
  • Zorg dat je op de hoogte bent waar en wanneer free-floating en zone-floating deelauto’s geplaatst gaan worden om te controleren of er voldoende laadinfrastructuur aanwezig is of dat bijplaatsing nodig is. Bij gereguleerd parkeren is deze informatie bekend omdat vergunningen zijn aangevraagd. Het is echter van cruciaal belang dat deze informatie ook effectief wordt gecommuniceerd binnen de verschillende, interne afdelingen.
  • Werk met een plankaart waarin al inzichtelijk is gemaakt waar bij uitbreiding extra laadpalen kunnen komen, zodat dit niet opnieuw afgestemd hoeft te worden met de verschillende afdelingen. Zo kunnen er sneller laadpalen bijgeplaatst worden op het moment dat er behoefte is.

De exploitatie van publieke laadpalen en het aanbieden van elektrische deelauto’s ligt vaak bij verschillende marktpartijen. Gemeenten kiezen er meestal voor om elektrische deelauto’s gebruik te laten maken van de publieke laadpalen van de aanbieder waarmee ze een contract hebben. Maar als één of beide laadpunten van een publieke laadpaal exclusief gereserveerd wordt voor het opladen van een elektrische deelauto, heeft dit financiële consequenties. Het laadpunt is niet beschikbaar voor het opladen van andere elektrische auto’s op het moment dat de deelauto weg is en de deelauto houdt de laadpaal bezet als de deelauto al volgeladen is. Hierdoor bestaat het risico op een minder gunstige  business case voor de laadpaalexploitant (CPO).

De winstgevendheid van een individueel laadpunt neemt met 41% af wanneer één laadpunt wordt gereserveerd voor deelauto’s, en met 82% bij twee gereserveerde laadpunten. Dit maakt aanbieders van laadpalen terughoudend om publieke laadpunten te reserveren voor deelauto’s. Omdat er echter altijd een aanbod is van een netwerk van publieke laadpalen, ligt het voor de hand om te kijken naar de impact op het geheel. Doen we dat en kijken we naar een netwerk van 1.000 publieke laadpunten waarbij 20% van de laadpunten is gereserveerd voor deelauto’s, dan daalt het cumulatieve resultaat slechts met 16%. Hierdoor blijft de business case voor laadpalen over een periode van 10 jaar positief, zelfs met gereserveerde laadpunten.

Dit kun je doen:

  • Om meer inzicht te krijgen in de uitdagingen en de financiële gevolgen van gereserveerde laadpunten voor station-based deelauto's, heeft NKL samen met verschillende stakeholders een praktische business case tool ontwikkeld om verschillende scenario’s door te rekenen. Zo krijgen gemeenten en aanbieders van publieke laadpalen objectief inzicht in de financiële impact op het reserveren van laadpunten. Op basis hiervan kun je binnen jouw gemeente weloverwogen beslissingen nemen en verdere afspraken maken. Vul deze tool samen met deelautoaanbieders en laadpaalexploitanten in om de de business case te berekenen.

In nieuwbouwprojecten en gebiedsontwikkeling kun je elektrische deelmobiliteit en de bijbehorende laadinfrastructuur meteen vanaf de start goed meenemen. Dat is deels al bij wet vastgelegd: in de Europese Energy Performance of Buildings Directive (EPBD IV) is de verplichting opgenomen om voor ieder parkeervak, bij woongebouwen met meer dan drie parkeervakken loze leidingen voor laadinfra aan te leggen. Verder is ieder nieuwbouwproject en gebiedsontwikkeling maatwerk. Dit soort projecten vallen meestal buiten bestaande concessieafspraken en samenwerkingovereenkomsten met CPO’s.

Ruimte maken
Veel gemeenten hebben te maken met woningbouwopgave en ruimtegebrek. Zelfs in kleinere gemeenten speelt dit een grote rol. Deelmobiliteit wordt vaak gezien als een manier om de parkeernorm naar beneden te brengen. De vrijgespeelde ruimte kan benut worden voor meer woningen, recreatieruimte, of groen. Op sommige plekken, zoals Strandeiland in Amsterdam, is in de toekomst waarschijnlijk geen enkele parkeergelegenheid meer voor bewoners.

Nieuwbouwprojecten
Bij gebiedsontwikkeling ontstaat dus een kans om de ruimte volledig opnieuw in te richten en elektrische deelmobiliteit een prominente rol te geven. Ook is een verhuizing is vaak een natuurlijk moment om gewoonten van mensen te veranderen. Hier kan bij nieuwbouwprojecten goed op ingespeeld worden. Het is wel belangrijk dat nieuwe bewoners vertrouwen hebben en houden in de dienst: de deelauto’s moeten direct aanwezig zijn en het systeem moet goed werken. Daarom is het belangrijk ook na te denken over de lange termijn. Is het aanbod in stand te houden, ook als de aanbieder verlies draait?

Parkeerbeleid
Het is belangrijk om deelmobiliteit bij gebiedsontwikkeling ook in relatie met het parkeerbeleid in omliggende wijken te bekijken. Je wilt voorkomen dat inwoners van de nieuwe wijk hun privéauto’s in de omliggende wijken gaan parkeren. Een mogelijke oplossing is om in de omliggende wijken betaald parkeren in te voeren. Ook is het van belang om naast deelmobiliteit andere alternatieven voor autogebruik op orde te hebben: nabijheid voorzieningen, lopen, fietsen en OV.

Dit kun je doen:

  • Benut de momenten bij nieuwbouwprojecten en gebiedsontwikkeling.
  • Bereid je voor op intensief maatwerk en extra investering vanuit de gemeente.
  • Zorg dat je ook e.e.a. inregelt voor de wijken buiten de gebiedsontwikkeling, zoals gereguleerd parkeren, faciliteren van alternatieven voor autogebruik, etc. Een visie op deelmobiliteit of breder helpt hierbij.

Een laadpaal op privaat terrein is een stuk makkelijker (en sneller) te realiseren dan laadpalen in de openbare ruimte. Dit biedt geen structurele oplossing, maar kan in sommige gevallen wel uitkomst bieden. Zeker voor gemeenten waar deelauto’s en elektrisch vervoer moeilijk van de grond komen. Soms kan samen met bewoners of lokale ondernemers een kleinschalige oplossing worden gevonden, die grote meerwaarde heeft voor de lokale community. Zeker wanneer er bijvoorbeeld een koppeling gelegd kan worden met laden op zonne-energie.

Voorbeeld
In gemeente Goes heeft een lokale ondernemer met veel zonnepanelen op het dak van een supermarkt aangeboden om elektrische deelauto’s op eigen terrein te plaatsen. Het terrein is altijd publiek toegankelijk. De auto’s laden op zonne-energie, de ondernemer verdient er wat extra aan en de deelauto’s nemen geen beslag op de openbare ruimte. Zo is er voor gebruikers en ondernemers een meerwaarde gecreëerd.

Dit kun je doen:

  • Als je al bezig bent om privaat laden te stimuleren bij bijvoorbeeld verhuurders, VvE’s, ondernemers of bezoekerslocaties, bespreek dan ook de mogelijkheden om ruimte te bieden aan elektrische deelauto’s.
  • Koppel initiatieven aan elkaar, zorg bijvoorbeeld dat deelauto-aanbieders en ondernemers die bezig zijn met elektrificatie van hun wagenpark met elkaar om tafel gaan.
  • Als je een collectieve inkoop voor laadinfra organiseert voor ondernemers in jouw gemeente, neem dan in de voorwaarden op dat er ruimte beschikbaar moet zijn voor deelauto’s.

Mobiliteitshubs kunnen zowel kansrijk als bedreigend zijn voor het succes van elektrische deelauto’s. Hubs vormen belangrijke schakels in een groter mobiliteitsnetwerk. Om een multimodale reis te kunnen maken waarin je gemakkelijk van het ene (duurzame) voertuig overstapt naar het andere, is het belangrijk dat er op deze punten ook een goed aanbod is van deelmobiliteit.Het clusteren van deelauto’s biedt zekerheid en zichtbaarheid voor de gebruiker. Tegelijkertijd kan een slechte uitvoering een averechts resultaat hebben. Als hubs zich juist veel aan de rand van de gemeente bevinden en er altijd eerst van- en naar de hub toe gereisd moet worden, kan de deelauto moeilijker concurreren met de privéauto die wel van voordeur naar eindbestemming kan rijden. Wel interessant zijn hubs waar de privéauto achtergelaten wordt om de reis met een duurzamer vervoersmiddel te vervolgen.Uiteindelijk zal een netwerk van hubs met deelauto’s, zowel aan de randen, maar ook zeker in de wijken, dicht bij de voordeuren, een interessant alternatief kunnen vormen.

Dit kun je doen:

  • Hanteer een netwerkbenadering bij de uitrol van elektrische deelauto’s. Neem elektrische deelauto’s mee in de ontwikkeling van hubs. Zorg voor overstapmogelijkheden van de elektrische deelauto naar andere modaliteiten, zoals (deel)fiets en het OV.
  • Zorg voor een netwerk van hubs met een mix van grote knooppunten aan de randen en fijnmazigere hubs in de wijken. Werk toe naar een dekkend netwerk van deelauto’s.

Deelauto’s danken hun huidige succes mede aan slim gebruik van data. Technische ontwikkelingen maken het mogelijk om het autogebruik te plannen en beheren en makkelijk toegankelijk te maken voor een grote groep gebruikers. Ook bij het laden van elektrische voertuigen wordt slim gebruik gemaakt van data-uitwisseling. Laadtijdstip en laadvermogen kun je naar wens aanpassen.

Bij deelauto’s is dit zelfs nog meer planbaar: een gebruiker heeft niet die ene specifieke auto nodig, dus het wordt makkelijker om te laden op de momenten dat er genoeg energie is. Een stapje verder is om deelauto’s ook energie terug te laten leveren aan het elektriciteitsnet. Dit gebeurt al in Utrecht, waar deelauto-aanbieder MyWheels samenwerkt met het laadnetwerk van We Drive Solar.

Met de flucturerende energieprijzen en technische mogelijkheden wordt de deelauto als 'planbare accu op wielen' een interessant onderdeel van het verdienmodel en een oplossing voor lokale netcongestie. Zowel CPO’s als deelautoaanbieders hebben hier interesse in. Dit verandert ook het aspect dat station-based deelauto’s soms ‘onnodig’ de laadpaal bezet houden. Ook als de deelauto niet wordt gebruikt, heeft het nog een functie en kan een CPO, deelautoaanbieder, en/of deelautogebruiker er van profiteren.

Dit kun je doen:

  • Sta open voor pilots van commerciële partijen of initieer zelf een pilot.
  • Vraag (potentiële) aanbieders van elektrische deelauto’s naar hun plannen voor bi-directioneel laden.