Waar begin je met visie en beleid voor laadinfrastructuur?

Het doel van een integrale laadvisie is om een dekkend laadnetwerk te ontwikkelen dat alle vormen van laden omvat:

  • in publieke en private ruimte;
  • met verschillende laadvermogens voor alle gebruikersgroepen van elektrische voertuigen, dus ook bijvoorbeeld logistiek en deelmobiliteit;
  • en op alle verschillende locaties: binnen de bebouwde kom, op bedrijventerreinen, onderweg en op bouwplaatsen.

Veel gemeenten beginnen met een startnotitie: een document om de randvoorwaarden voor het beleid op te halen. De startnotitie vormt de basis voor de laadvisie en het plaatsingsbeleid.

Tip:

Maak gebruik van deze 'format Startnotitie laadbeleid' met voorbeeldteksten.

Startnotitie laadbeleid

De Startnotitie laadbeleid is een hulpmiddel om de projectaanpak vast te leggen, collega’s in beweging te brengen, accenten en uitgangspunten te benoemen of om de urgentie te onderstrepen.

Je kunt de startnotitie gebruiken als intern projectplan, of om met de verantwoordelijke wethouder(s) de belangrijkste uitgangspunten vast te stellen. Gemeenten bepalen zelf wat ze opnemen in de startnotitie, het is geen officieel document maar een hulpmiddel. Meestal is het een selectie uit de integrale laadvisie op hoofdlijnen, aangevuld met de aanpak en raakvlakken met andere beleidsterreinen.

Denk bij de hoofdlijnen aan deze onderdelen:

  • de opgave (aantal benodigde laadpunten);
  • rollen en ambities;
  • inventarisatie van gebruikersgroepen en laadbehoeften.

Toelichting bij deze onderwerpen vind je bij ‘Hoe ontwikkel je een integrale laadvisie?’

Aanpak ontwikkeling laadinfrastructuur

De beschrijving van de aanpak bestaat o.a. uit de volgende onderdelen:

  • Benoemen van de vervolgstappen: het opstellen van de laadvisie en het plaatsingsbeleid.
  • Wie is er verantwoordelijk voor de uitwerking en met wie worden de stukken afgestemd? Denk hierbij aan samenwerkingspartners zoals de netbeheerder, en met betrokken afdelingen en beleidsterreinen binnen de gemeente, zoals gebiedsontwikkeling, parkeerbeleid of handhaving.
  • Uitgangspunten voor bewonersparticipatie.
Raakvlakken met andere beleidsterreinen

Beleid rond laadinfrastructuur staat niet op zichzelf. Veel gemeenten beschrijven in hun startnotitie ook de raakvlakken met andere beleidsterreinen. De laadvisie biedt bijvoorbeeld input voor de Regionale Energie Strategie (RES), het Regionale Mobiliteitsplan (RMP), de omgevingsvisie en omgevingsplannen. De startnotitie is daarom een goed moment om de samenhangende beleidskaders en -terreinen te bepalen. Ook beleidsdoelstellingen krijgen hier een plek, zoals reductie in CO2-uitstoot, luchtkwaliteit of het verminderen van auto’s binnen de stadskern.