Een laadplein aanleggen doe je samen met verschillende partijen. Betrokkenen zijn: verschillende diensten binnen de gemeente, de netbeheerder, cpo en bewoners.
Wat is je rol als gemeente?
Als gemeente is het belangrijk een visie te ontwikkelen rondom laadinfrastructuur voor elektrisch vervoer. Het is aan te raden de aanleg van slimme laadpleinen mee te nemen in de laadvisies en mobiliteitsplannen.
Kijk ook bij het herinrichten van een gebied of er mogelijkheden zijn voor het aanleggen van een laadplein. Voor een integraal plan is vaak meer draagvlak te vinden dan voor een op zichzelf staand project. Ook kun je direct rekening houden met een optimale inrichting voor een laadplein.
Stel een projectleider aan
Bij het aanleggen van een (slim) laadplein komt meer kijken dan bij het plaatsen van een individuele laadpaal in de straat. De gemeente moet contacten onderhouden met de uitvoerder van het project – de concessiehouder en/of Charge Point Operator (CPO) – de netbeheerder en eventueel een subsidieverstrekker. Voor al die stakeholders is het prettig als er één aanspreekpunt binnen een gemeente is, een persoon die van alles op de hoogte is.
De duur van de realisatiefase verschilt van circa 3 maanden tot een jaar. Het aansturen van een dergelijk project kost al snel 1 dag per week. Tip: stel gedurende de doorlooptijd een gemeentelijke projectleider aan die zorgt voor afstemming en realisatie.
Afstemming binnen de gemeente
Binnen een gemeente is afstemming nodig met verschillende afdelingen. Voor een graafvergunning heb je de omgevingsdienst nodig, je kunt te maken krijgen met monumenten- of welstandcommissies omdat laadpalen het beeld kunnen verstoren of met een groenbeheerder wanneer je een laadobject of straatkast wilt plaatsen in of naast een groenstrook.
Betrek de netbeheerder
Het aansluiten van een (slim) laadplein op het elektriciteitsnet is niet altijd een abc’tje. Met name grotere pleinen hebben een flinke netcapaciteit nodig om te voldoen aan de maximale laadvraag van aangekoppelde elektrische auto’s. Daarom moet je al in een vroeg stadium samen met de netbeheerder kijken welke capaciteit nodig is en of deze op de beoogde locatie toereikend is. Zo kun je altijd nog voor een alternatieve locatie kiezen waar de gewenste netcapaciteit wel voorhanden is. Daarnaast kunnen de werkzaamheden van de netbeheerder worden meegenomen in de planning van het project.
Betrek de netbeheerder daarom tijdig. Vraag vóór de gunning van de opdracht de netaansluiting aan en draag deze vervolgens over aan de CPO.
Contract met CPO
Veel gemeenten hebben al een lopende concessieovereenkomst met een CPO. Hierin kun je de realisatie van (slimme) laadpleinen – in overleg met de CPO- op laten nemen als een meerwerkopdracht . Dit is sterk aan te bevelen, omdat je anders voor de aanleg van een (slim) laadplein een aparte aanbesteding moet uitschrijven.
Draagvlak onder bewoners
Bij de realisatie van een slim laadplein hebben omwonenden inspraak. Inspraakprocedures kunnen het traject vertragen, het is slim om al in een vroeg stadium draagvlak te creëren. Neem deze doelgroep daarom tijdig mee in het proces.
De aanleg van een (slim) laadplein kan, met name in een omgeving met hoge parkeerdruk, leiden tot weerstand. De laadbehoefte op nieuwe pleinen is vaak niet direct 100 procent. Met gefaseerd afkruisen kan je draagvlak winnen. Dit betekent dat je in eerste instantie bijvoorbeeld 50 procent van de aangelegde laadplekken afkruist voor uitsluitend EV-gebruik. Vervolgens monitor je de laadbehoefte en aan de hand daarvan kruis je extra plekken naar behoefte. Het is dan overigens wel aan te raden om meteen voor alle parkeervakken een verkeersbesluit te nemen.
Nóg mooier is een dynamisch parkeersysteem. Hierbij wordt met behulp van sensoren de bezetting van een laadplein continu gemonitord en kunnen al naar gelang de behoefte direct extra of juist minder EV-plekken digitaal worden afgekruist.
Samenwerking met omliggende gemeenten
Het is raadzaam om binnen een regio met diverse gemeenten samen tegelijk laadpleinen te realiseren. Dit scheelt veel tijd voor alle betrokkenen, met name in het inkooptraject.